Meer informatie over Docker Containers

Stappen in de Systematische Probleem Aanpak

1. Doel

Het draaien en beheren van Docker Containers voor applicaties, zodat ze geïsoleerd en consistent werken op verschillende systemen.

2. Subdoelen

Splits het proces in subdoelen, zoals:

  • Containers starten en stoppen
  • Poorten en volumes beheren
  • Omgevingsvariabelen instellen
  • Logs en prestaties monitoren

Casus

Start een container:

DoelDocker CommandoResultaat in Container
Container startendocker run -d -p 5000:5000 mijn-imageDraaiende container op poort 5000
Container stoppendocker stop mijn-containerContainer wordt gestopt
Logs bekijkendocker logs mijn-containerConsole-uitvoer van de container
Container verwijderendocker rm mijn-containerContainer wordt volledig verwijderd

3. Fase 1

  1. Container starten Actie: Gebruik docker run gevolgd door de image-naam om een container te starten op basis van een image. Bijvoorbeeld: docker run -d -p 8080:80 mijn-image. De -p vlag wordt gebruikt voor port forwarding, waarbij de poort aan de linkerkant van : (hier 8080, de host machine-poort) wordt blootgestelt aan de poort aan de rechterkant (80, de interne containerpoort). Dit betekent dat wanneer je de host machine op poort 8080 benadert, het verkeer wordt doorgestuurd naar poort 80 in de container. Het -d argument zorgt ervoor dat de container in de achtergrond draait, waardoor het terminal weer vrij is. Ook kun je de container een naam geven door middel van --name mijn-container. Als je dit niet doet genereert Docker een naam. Deze stappen zijn ook uit te voeren in Docker Desktop door op de play-knop van een image te klikken. Resultaat: Een draaiende container op poort 8080. Deze container is nu ook zichtbaar in de lijst met containers.

  2. Logs en Debugging
    Actie: Bekijk logs en debug containerproblemen. Bijvoorbeeld: docker logs mijn-container of docker exec -it mijn-container sh voor een shell in de container. exec voert een commando uit in een draaiende container, -i houdt de sessie open en -t Geeft je een terminalinterface. Resultaat: Inzicht in de uitvoer en interactie met de container.

  3. Containers stoppen en verwijderen
    Actie: Stop en verwijder containers als ze niet meer nodig zijn. Een container stoppen kan met: docker stop mijn-container en een container verwijderen met: docker rm mijn-container. Deze stappen kunnen ook in Docker Desktop uitgevoerd worden door op de stop en prullenbak knop van een container te klikken. Resultaat: Containers worden opgeruimd.

Correctieve feedback tijdens de uitvoer

  • Port conflicts: Controleer poortgebruik met docker ps. De poort kan ook door een andere applicatie in gebruik zijn. Stop deze dan of gebruik een andere poort.
  • Performance issues: Monitor resources met docker stats

Tips voor efficiënt gebruik van Docker Containers

  • Voor andere handige commandos, kijk op docker docs.
  • Voeg --restart unless-stopped aan het run commando om de container bij een crash automatisch opnieuw op te starten.
  • Opruimen: Gebruik docker system prune om ongebruikte containers en volumes te verwijderen.

Volgende stap: Uitleg Dockerfile