Een string is een datatype waar in tekst opgeslagen kan worden. Hier maakt het verder niet uit of het letters zijn of cijfers, zolang het in een string zit wordt het gezien als een tekst.
Casus
Stel je schrijft een mail naar een docent omdat je vertraging hebt. Deze mail schrijf je met normale letters, leestekens en cijfers. De mail kan dan opgeslagen worden in een String.
Hoe zit een string in elkaar?
Om een string te initialiseren wordt er gebruik gemaakt van het wordt een variabel aangemaakt met het type string voor de variabel naam. Om deze vervolgens te declareren moet de waarde die aan de string gegeven wordt, de tekst, tussen twee aanhalingstekens staan (”). Daarnaast is het mogelijk om meerdere strings samen te voegen met het ”+” teken. Hierdoor wordt de tweede string de eerste string geplakt. Een alternatieve methode is string interpolatie, waarbij je een string samenstelt met behulp van het ”$“-teken en accolades {} om variabelen direct in de string op te nemen.
In het codefragment hier boven worden twee verschillende strings geïnitialiseerd en gedeclareerd. tekst1 heeft een simple tekst waarde van “hallo” gekregen. tekst2 heeft een nieuwe waarde van “hallo123 ” maar ook de waarde van tekst1 er achter aan, wat het “hallo123 hallo” maakt.
Hoe gebruik je een string?
Een string is een ideaal datatype voor als er iets van een tekst opgeslagen moet worden. Denk hier aan bijvoorbeeld een variabel die een naam, email of standaard bericht opslaat.
De string heeft een aantal methodes van uit zichzelf. Deze kunnen allemaal gebruikt worden voor het afhandelen met een varibale van type string. Aangezien deze methodes van de string zelf zijn worden deze aangeroepen door een ”.” achter de varibel te zetten met daar achter de methode naam(tekst.methode()). Een aantal van deze methodes zijn:
Equals(string variabel): Deze methode wordt gebruikt om variable van het type string met elkaar te vergelijken. Deze methode wordt vaker gebruikt bij variabelen die een object zijn. Meestal wordt hier de == operator voor gebruikt.
Contains(string variabel): Deze methode geeft een boolean terug met de waarde of de mee gegeven variabel in de originele string zit.
Trim(): Deze methode geeft een nieuwe string terug waar alle karakters aan het einde en begin van de string die tellen als ‘whitespace’ zijn verwijderd.
Substring(int index): Deze methode geeft een gedeelte van de string terug startend vanaf de gegeven index. Als alternatief kan een tweede interger meegegeven om aan te geven hoe lang deze substring moet zijn.
ToLower(): Deze methode geeft de string terug in allemaal kleine (lowercase) letters.
ToUpper(): Deze methode geeft de string terug in allemaal hoofdletters (uppercase).
String formatting in String Interpolatie ($"")
String interpolatie in C# ($"") ondersteunt format specifiers waarmee je getallen, datums en andere waarden netjes kunt weergeven. Dit gebeurt met een : na de variabele binnen de {}.
Afronden op 2 decimalen: 123.46Minimaal 6 cijfers: 000123
Denk bij het gebruik van een string wel of het nodig is om een string te gebruiken. Als er maar één karakter nodig is dan, zal een char een goed alternatief zijn.
Het kan ook mogelijk zijn dat een onderdeel van de string een getal is. Dan is het soms gemakkelijker om dit getal los op te slaan in een bijvoorbeeld een integer of double en deze vervolgens in de string te verwerken.
Casus
Stel je maakt een programma waar je de username en de email van een gebruiker wilt opslaan. De email wordt aangemaakt met de username na de ’@’ een standaard domein.