1. JavaScript Errors

Error objects in JavaScript worden gebruikt om foutmeldingen te representeren. Deze objecten kunnen informatie bevatten zoals het foutbericht, de naam van de fout, en waar de fout is opgetreden. Het gebruik van error objects helpt bij het debuggen en afhandelen van fouten in je code.

1.1 JavaScript Errors `basis`

Dit hoofdstuk gaat over errors, custom errors, built-in error types en het afhandelen van errors

Voorbeeld: Error object

Je kunt een fout creëren met de Error constructor let hierbij op het new keyword.

try {
  throw new Error("Er is iets misgegaan!");
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "Error"
  console.log(error.message); // "Er is iets misgegaan!"
  console.log(error.stack);   // Stack trace van de fout
}

Voorbeeld: Custom Error object

Je kunt een aangepaste fout creëren door een nieuwe foutklasse te definiëren:

class CustomError extends Error {
  constructor(message) {
    super(message);
    this.name = "CustomError";
  }
}
 
try {
  throw new CustomError("Dit is een aangepaste fout!");
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "CustomError"
  console.log(error.message); // "Dit is een aangepaste fout!"
}

1.2 JavaScript Errors `built-in types`

Dit hoofdstuk gaat over de built-in error types.

SyntaxError

try {
  eval("console.log('Hello)");
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "SyntaxError"
  console.log(error.message); // "Invalid or unexpected token"
}

ReferenceError

try {
  console.log(onbekendeVariabele);
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "ReferenceError"
  console.log(error.message); // "onbekendeVariabele is not defined"
}

TypeError

try {
  null.foo();
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "TypeError"
  console.log(error.message); // "Cannot read property 'foo' of null"
}

RangeError

try {
  const getal = 1;
  getal.toPrecision(500);
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "RangeError"
  console.log(error.message); // "toPrecision() argument must be between 1 and 100"
}

URIError

try {
  decodeURIComponent("%");
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // "URIError"
  console.log(error.message); // "URI malformed"
}

2 Oefeningen

Hieronder enkele oefeningen betreffende errors.

Oefening 1: Basis

Gooi een eenvoudige fout met het bericht "Dit is een fout!" en vang het op met een try-catch-blok. Log de naam en het bericht van de fout.

try {
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // Verwacht: "Error"
  console.log(error.message); // Verwacht: "Dit is een fout!"
}

Oefening 2: Built-in error type

Schrijf een try-catch-blok dat een ReferenceError opvangt als je probeert een niet-bestaande variabele te loggen.

try {
  // Probeer een niet-bestaande variabele te loggen
} catch (error) {
  console.log(error.name);    // Verwacht: "ReferenceError"
  console.log(error.message); // Verwacht: "onbestaandeVariabele is not defined"
}

Oefening 1: Custom error

Maak een aangepaste fout genaamd ValidationError met een bericht "Ongeldige invoer". Gooi deze fout als de input "test" is en vang de fout op.

// Maak hier de class
 
function controleerInput(input) {
  if (input === "test") {
    // throw hier de error
  }
  return "Input is geldig";
}
 
try {
  console.log(controleerInput("test"));
} catch (error) {
  console.log(`${error.name}: ${error.message}`); // Verwacht: "ValidationError: Ongeldige invoer"
}

Errors