Wat zijn de Scrum Artifacts?

Binnen Scrum zijn Artifacts door mensen gemaakte dingen. Het doel van de Scrum Artifacts is om alle betrokken partijen een transparant beeld te geven van het totale product. Er zijn drie artifacts:

  1. Product Backlog
  2. Sprint Backlog
  3. Increment

Product Backlog

De Product Backlog helpt het Scrum Team bij het kiezen van de meest waardevolle volgende toevoeging aan het product, waarbij het Productdoel – een langetermijnvisie die richting geeft aan het Scrum Team – centraal staat.

Deze backlog is een voortdurend veranderende en altijd geordende lijst met alle gewenste wijzigingen en verbeteringen, zodat het product steeds meer waarde oplevert. Het bevat zowel functionele als niet-functionele eisen, bugfixes, verbeteringen en onderzoekitems, waarbij de bovenste items in de lijst als eerste worden gerealiseerd en doorgaans gedetailleerder zijn dan de items daaronder.

Elk backlog-item beschrijft de meerwaarde voor het project en bevat acceptatiecriteria om die meerwaarde in het Increment te bewijzen. De Product Owner is eindverantwoordelijk voor de inhoud, de ordening en de beschikbaarheid van de Product Backlog.

Casus

De Product Owner voegt in de refinement-sessie onvoldoende acceptatiecriteria toe, waardoor het ontwikkelteam onzeker is of een feature voldoet aan de businessbehoefte. Het ontwikkelteam moet in gesprek met de Product Owner om tot betere acceptatiecriteria te komen.

Sprint Backlog

De Sprint Backlog is de verantwoordelijkheid van het ontwikkelteam en bestaat uit de voor de huidige sprint geselecteerde Product Backlog‑items. Deze items zijn aangevuld met een plan voor de oplevering en het behalen van het Sprintdoel. De items in de Sprint Backlog zijn gedetailleerd uitgewerkt in concrete taken om daarmee het Sprintdoel te realiseren. Binnen de scope van dat doel mogen alleen de ontwikkelaars items toevoegen en prioriteren.

Om maximale transparantie te waarborgen en voortgang ten opzichte van het Sprintdoel continu te kunnen inspecteren, wordt de Sprint Backlog dagelijks bijgewerkt. Het Sprintdoel biedt niet alleen focus en samenhang, maar ondersteunt ook alle besluitvorming gedurende de Sprint.

Casus

Tijdens de Daily Scrum ontdekt het team dat sommige taken onduidelijk geprioriteerd zijn, waardoor de voortgang stagneert. De Scrum Master pakt deze belemmering op door contact te leggen met de Product Owner. Na het gesprek tussen de Product Owner en het ontwikkelteam blijkt dat de user story te groot is. Vervolgens wordt besloten om de user story terug te zetten op de Product Backlog.

Increment

Het Increment is het concrete resultaat van de Sprint. Het is de optelsom van alle afgeronde Sprint Backlog‑items samen met alle voorgaande increments, waarbij elk nieuw Increment een stap is op weg naar het Productdoel.

Elk Increment moet voldoen aan de Definition of Done en moet meteen releasable zijn, zodat de kwaliteit en de integratie gewaarborgd zijn. Dit is een verantwoordelijkheid van de ontwikkelaars. Door het opleveren van een werkend Increment wordt de voortgang tastbaar en krijgen stakeholders vertrouwen in de geleverde waarde.

Definition of Done

De Definition of Done (DoD) is een heldere, gezamenlijke afspraak binnen het Scrum Team over wanneer een product backlog-item of Increment écht af is. Dit betekent dat het voldoet aan alle kwaliteitscriteria, functionele eisen, documentatie, tests en eventuele andere randvoorwaarden die het team heeft vastgesteld. De DoD zorgt voor transparantie en voorkomt discussie over wat “af” betekent. Alleen werk dat voldoet aan de Definition of Done mag als Increment worden opgeleverd.

Casus

Het team merkt tijdens de Sprint Review dat een recent toegevoegd component niet goed integreert met het vorige Increment.

  1. Analyseer het integratieprobleem: Het team onderzoekt samen wat er precies misgaat en waarom de integratie niet soepel verloopt.
  2. Documenteer het probleem: Leg het integratieprobleem vast als een item op de Product Backlog, inclusief duidelijke acceptatiecriteria.
  3. Plan herstelacties: Bespreek in de volgende Sprint Planning hoe en wanneer het probleem wordt opgelost. Dit kan betekenen dat het team een user story of taak toevoegt aan de Sprint Backlog.
  4. Verbeter het proces: Reflecteer tijdens de Sprint Retrospective op de oorzaak van het integratieprobleem en bepaal verbetermaatregelen om herhaling te voorkomen (bijvoorbeeld betere Definition of Done, meer integratietests).

Hoe zitten de Scrum Artifacts in elkaar?

De drie Scrum Artifacts zijn nauw verbonden door de Scrum Pillars en worden elk ondersteund door een commitment:

ArtifactCommitment
Product BacklogProductdoel
Sprint BacklogSprintdoel
IncrementDefinition of Done

Transparantie: alle Artifacts zijn openbaar, duidelijk gedefinieerd en toegankelijk voor het hele Scrum Team.

Inspectie: Artifacts en hun commitments worden tijdens Scrum-evenementen (Daily Scrum, Sprint Review, Sprint Retrospective) regelmatig gecontroleerd.

Adaptatie: op basis van de inspecties worden Artifacts, planning of werkwijze bijgesteld om de voortgang en kwaliteit te waarborgen.

Hoe gebruik je de Scrum Artifacts?

Product Backlog Refinement

Regelmatig, bijvoorbeeld tijdens refinement‑sessies, verfijnt het team de Product Backlog: items worden bijgesteld in prioriteit en detaillering, nieuwe acceptatiecriteria en mogelijke besparingen worden toegevoegd, en onbekende of verouderde items worden verwijderd of geherformuleerd.

Sprint Planning

Tijdens de Sprint Planning selecteert het ontwikkelteam de items bovenaan de Product Backlog voor de Sprint Backlog en formuleert het Sprintdoel. Hierbij wordt het commitment aan transparantie, inspectie en adaptatie geborgd.

Daily Scrum

In de Daily Scrum inspecteert het team dagelijks de voortgang van de Sprint Backlog ten opzichte van het Sprintdoel en past het plan aan indien nodig:

  • Wat is er gedaan?
  • Wat ga je doen?
  • Zijn er belemmeringen?

Sprint Review & Retrospective

Tijdens de Sprint Review wordt het Increment gepresenteerd en past het team de Product Backlog aan op basis van de feedback van stakeholders. Tijdens de Sprint Retrospective worden het proces en de samenwerking geïnspecteerd, waarna er verbeterpunten worden geformuleerd voor de volgende Sprint.

Casus

Na de Sprint Review blijkt dat een feature niet aansluit op de gebruikersverwachting.

Actiepunten

  1. Werk acceptatiecriteria bij in de documentatie en product backlog
  2. Organiseer een extra feedbackronde met eindgebruikers.
  3. Plan een overdracht om integratieproblemen op te lossen.

Volgende stap: Uitleg Scrum Accountabilities